maandag 31 oktober 2011

De Crisis: De Affaire Stapel

Verzonnen onderzoeksresultaten duperen niet alleen ontslagen hoogleraar

Artikel gepubliceerd in de vijfentwintigjarige jubileumeditie van 'Medium' Magazine, november 2011.
Download dit artikel hier in PDF.


De rubriek ‘De Crisis’ gaat over bedrijven
en/of overheden die zich door slechte communicatie of zelfs helemaal geen communicatie in de problemen brengen. Dit resulteert vaak in ontevreden consumenten, werknemers of andere belanghebbenden.

Eind augustus 2011 is prof. dr. Diederik Stapel vijf jaar verbonden aan de Universiteit van Tilburg als hoogleraar cognitieve sociale psychologie en op dat moment staat hij bekend als gezaghebbende in binnen- en buitenland. In dezelfde periode haalt een spraakmakend onderzoek van Stapel
en zijn collega´s verschillende media: het eten van vlees zou mensen egoïstischer en minder sociaal maken. Televisiepresentator Menno Bentveld besteedt in De Gids (VARA) aandacht aan het onderzoek en verklaart achteraf tegenover de Volkskrant dat hij het onderzoek ‘opvallend’ en ‘vreemd’ vindt, maar dat er in de gedragswetenschap wel vaker onverwachte resultaten worden gevonden. “Als een hoogleraar er heel stellig in is dat het onderzoek methodologisch goed in elkaar zit, ga ik daar maar op af.” Op 7 september 2011 blijkt het vertrouwen in Diederik Stapel desalniettemin ongegrond: hij geeft toe fraude te hebben gepleegd.

Zodra de Universiteit van Tilburg hier lucht van krijgt, wordt professor Stapel op non-actief gesteld. Direct nadat de verdenkingen van collega´s de rector magnificus (directeur, red.) Philip Eijlander hebben bereikt, stelt een speciale commissie van de
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
een onderzoek in om na te gaan in welke publicaties van Stapel gefingeerde data zijn gebruikt. Elsevier meldt op 7 september dat Eijlander enkele dagen eerder al heeft aangegeven dat hoogleraar Stapel definitief niet zal terugkeren naar de universiteit. Ook een vertrekregeling gaat aan de neus van Stapel voorbij. Eijlander benadrukt wel dat hij zich er terdege van bewust is dat de universiteit schade kan oplopen als de aantijgingen ongegrond zullen blijken. Wanneer het verhaal de media haalt, blijkt dat de fraude niet alleen voor Diederik Stapel zelf verregaande gevolgen heeft. Ook de wetenschap en Nederlandse journalisten moeten het in de media ontgelden. Medium sprak met twee deskundigen die hun licht laten schijnen op de vraag welke gevolgen merkbaar zullen zijn en vooral voor wie.

Iris Dijkstra is wetenschapsjournaliste, gepromoveerd psychologe en docente Wetenschapsjournalistiek aan de Vrije Universiteit.

Wim Elving is hoogleraar Corporate Communicatie
aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdredacteur van het internationale journal Corporate Communications.

De naam die bij deze crisis aanvankelijk het meest wordt genoemd is die van Diederik Stapel. Kan hij zijn wetenschappelijke carrière vaarwel zeggen?
ID
: “Ik denk dat zijn carrière wel over is. Daar kan hij niks meer aan doen. Het verzinnen van onderzoeksgegevens is een doodzonde. Hij is daardoor niet geloofwaardig meer en universiteiten zullen hem ook niet meer willen aannemen. Hoewel de omvang van het schandaal nog duidelijk moet worden, heeft hij bekend dat hij fraude heeft gepleegd. Dan vind ik het terecht dat zijn carrière voorbij is; fraude is nooit goed te praten.”
WE: “Als de commissie tot de conclusie komt dat Stapel onderzoeksgegevens heeft verzonnen, is ontslag terecht en zou hij niet meer in de wetenschap mogen werken. Ethisch handelen is in vele beroepen belangrijk, maar zeker binnen de academische wereld. Met onderzoek proberen we een stukje van de wereld te verklaren en deze kleine stukjes zorgen er gezamenlijk voor dat we iets meer begrijpen van, in dit geval, menselijk gedrag. Daarbij gaan we er van uit dat de kleine stukjes op gedegen onderzoek berusten. Willens en wetens deze ethische regels overtreden staat gelijk aan ‘einde carrière’. Ik heb het vermoeden dat dit niet een eenmalig optreden van Stapel is geweest. Ik vind het vreemd dat een briljante hoogleraar dit nodig denkt te hebben. Hier moet sprake zijn van een pathologisch patroon dat al veel langer duurt. Dan moeten vele Nederlandse wetenschappers die co-auteur zijn geweest van Stapel, zich gaan afvragen of de onderzoeken wel deugden.”


Rondom de publicatie van het ‘vleesonderzoek’ is het mede-onderzoeker Roos Vonk die de integriteit van het onderzoek vurig verdedigt. Zij en de andere mede-onderzoeker waren zich van geen kwaad bewust. Hebben de collega´s van Stapel iets te vrezen?
WE: “Vonk begaat de fout in de pers te hard van alles te roepen. Ze had het vleesonderzoek eigenlijk niet via een persbericht moeten communiceren. Ze was heel fel in haar reacties op mensen die kritiek hadden op de methode en
de analyses. Dat ze vervolgens twee weken later moet toegeven dat ‘haar goede vriend’ Diederik de gegevens uit zijn duim heeft gezogen, is heel vervelend voor haar, maar dat heeft ze ook over zichzelf afgeroepen. Met haar mediaoptredens gooit ze haar eigen ruiten in. Ze is zo sterk overtuigd van haar eigen gelijk wat betreft vlees eten, dat ze de resultaten helemaal
naar haar eigen standpunt vertaalt. Ik ken Roos Vonk persoonlijk en wil haar adviseren in de toekomst alleen onderzoek te doen waar ze zelf niet zo bij is betrokken. Haar betrokkenheid als oud-voorzitter van Wakker Dier gaat tegenwerken. Ze heeft niet de onafhankelijke positie die wetenschappers horen te hebben. Zo zien we maar weer dat Communicatie ook een echt vak is. Crisiscommunicatie en hoe je moet optreden in de media zijn expertises die Vonk zich nog eigen moet maken.”
ID:
“De vraag is hoe waardevrij het onderzoek van Vonk eigenlijk is. Zet ze niet slechts dingen op de agenda? Er is in dat kader waarschijnlijk sprake van belangenverstrengeling. Als je bij onderzoeken spreekt in termen van teleurstellingen, ben je niet goed bezig en kun je beter ander onderzoek gaan doen. Dan heb je niet de neiging iets weg te moffelen als het in strijd is met je eigen overtuigingen. Daarbij hoeft trouwens geen opzet in het spel te zijn bij Vonk. Er kan langzaam een bepaalde blindheid bij haar zijn ontstaan, een tunnelvisie die maakt dat ze haar eigen emotionele betrokkenheid niet meer opmerkt. Er is nu ook een onderzoek naar Vonk gaande. Het gaat niet alleen om de fraude; ook bij het naar buiten brengen van het onderzoek zijn joekels van fouten gemaakt. Normaal gesproken wordt zo´n persbericht naar buiten gebracht nadat een artikel is
gepubliceerd, nu gebeurde het zonder dat er iets op papier stond. Vonk wordt met name afgestraft voor de arrogantie waarmee ze degenen benaderde die het durfden om kritische vragen te stellen. Ik moet echter wel opmerken dat wanneer iemand met gefingeerde data komt en dat doet op een sluwe manier, het niet altijd mogelijk is dat te doorgronden. Maar het is een harde les. Wetenschappers vragen zich nu af in welke publicaties zij eigenlijk als co-auteur genoemd worden. De oplossing is om in elke publicatie duidelijk aan te geven wie waarvoor verantwoordelijk is. Dan maak je een einde aan de grote verleiding om genoemd te worden, aan het meeliften op publicaties van een ander. Dat nu vaak niet duidelijk is wie voor welk onderdeel verantwoordelijk is, vertroebelt de openheid.”

Wetenschapsjournalist Arno van ’t Hoog stelt op 14 september op
weblog De Nieuwe Reporter dat ‘de wetenschap’ door de affaire ‘meer argwaan verdient’ en dat ‘niet alles wat hoogleraren beweren wetenschap is’. Wat betekent de fopwetenschap van Stapel voor diegenen die nu onderzoek doen en willen publiceren?
WE: “Binnen Nederland zal de publieke opinie vraagtekens zetten bij de presentatie van
een onderzoek. Als wetenschapper kun je alleen maar doorgaan, maar je moet je er van bewust zijn dat de buitenwereld argwanender is geworden.”
ID:
“Er is natuurlijk een enorme discussie op gang gekomen. Misschien is de wetenschap wel het laatste bolwerk dat geslecht moet worden. In elke bedrijfstak vind je rotte
appels met lak aan ethische waarden. Wetenschappers zijn geen heiligen. Velen doen het goed, maar de wetenschap is een bedrijf waar ook fouten worden gemaakt. Ik vind het goed dat er nu wordt gekeken naar de vraag wat er fout kan gaan op allerlei niveaus en in allerlei stadia van het onderzoek. Heel goed dat die discussie losbarst, ook al zorgt die op dit moment wel voor een lager aanzien van de wetenschap. Misschien is dat echter iets tijdelijks. Één fout mag er niet voor zorgen dat het hele vertrouwen weg is. Ik ben ervan overtuigd dat deze affaire de wetenschap uiteindelijk ten goede komt, als er échte maatregelen worden getroffen, zoals meer peer reviews (controle door collega´s, red.). Er is misschien even een dip in het vertrouwen, maar als de wetenschap leert van deze zaak, gaat die  er uiteindelijk op vooruit.”

Bij het ontslaan van Stapel is directeur Philip Eijlander zich ervan bewust dat de universiteit schade kan oplopen. Welke schade kan de Universiteit van Tilburg oplopen (of heeft die al opgelopen) en wat kan ze daaraan doen?
ID: “Dat is imagoschade. Ik merk nu al op Twitter dat mensen lacherig doen over psychologen en al helemaal over sociaal-psychologen en de Universiteiten van Tilburg en Nijmegen (waar Roos Vonk hoogleraar is, red.). Ik vind het echter heel goed dat de Universiteit van Tilburg niet over één nacht ijs is gegaan; er zijn eerst drie diepgaande gesprekken gevoerd. Ze hebben juist gehandeld
en Stapel vecht zijn ontslag niet aan
. Ik acht de kans klein dat de universiteit hier dus echt een misser heeft begaan; ontslag is de enige juiste straf.”
WE: “De Universiteit Tilburg heeft het
enige juiste gedaan. Ik denk dat de universiteit al schade heeft opgelopen, want er zijn promovendi die op de gefingeerde data van Stapel een promotieonderzoek afronden. Maar er zit bij velen wel enige naïviteit. Het is toch niet normaal dat de professor data gaat verzamelen voor de promovendus? Verder denk ik dat met name de sociale psychologie in Nederland schade zal ondervinden: Stapel was hun boegbeeld. Omdat Stapel zo veel heeft gepubliceerd met vele collega’s, zal de verdenking op het gros van deze publicaties rusten. Het gaat jaren duren voordat men hierover heen is.”


De media zijn ‘erin getrapt’, blogt Jacco Hupkens op 14 september op nrcnext.nl. Wetenschapsjournalist Arno van ’t Hoog stelt op dezelfde dag op De Nieuwe Reporter dat ‘media hun professionele verantwoordelijkheid laten liggen’. Verschillende media hebben het vleesonderzoek gebracht als nieuws, zonder zeker te weten of het wel deugdelijk was. Welke gevolgen
heeft deze crisis voor de (betrokken) media?
ID: “Die mogen het zich ook erg aantrekken. Veel media hebben het persbericht over het onderzoek klakkeloos overgenomen zonder
vragen te stellen. Daarom treft de persafdeling ook blaam, die heeft het persbericht naar buiten gebracht zonder dat er een deugdelijk artikel is dat het onderbouwt. Journalisten kunnen wel een opfriscursus gebruiken om te leren hoe ze moeten omgaan met dubieuze persberichten. Meer argwaan is zeker op zijn plaats. Als de huidige generatie journalisten daarnaast goed werk wil gaan of blijven leveren, moet die meer kennis vergaren over methoden en statistiek. De doorsnee journalist is zich daar totaal niet van bewust. Ze moeten leren hoe ze de claims van de wetenschap moeten doorgronden. Ze vertrouwen nu nog te vaak op de blauwe ogen van de onderzoeker of universiteit. Ik zou een kritische houding zeer toejuichen. Ik wil benadrukken dat het niet alleen journalisten aan te rekenen is. Die werken onder enorme tijdsdruk, waardoor ze minder tijd hebben om dingen grondig na te gaan. Het is dus ook een geldkwestie, een kwestie van hoeveel mensen er aan één onderwerp kunnen werken. Journalisten moeten zich dat ook realiseren. Als ze steeds onvoldoende tijd krijgen om iets tot op de bodem uit te zoeken, moeten ze hun morele waarden in acht nemen en iets anders gaan doen.”
WE: “Bekend is dat journalisten niet vee
l van onderzoek weten en vaak klakkeloos iets overnemen. Als journalisten meer verstand van onderzoek zouden hebben, zou nog niet de helft de krant halen. Journalisten moeten kritischer worden op wat ze plaatsen. Begin met het bepalen wat de onderzoeksvraag en -methode waren, is het logisch om bijvoorbeeld op een groep van honderd respondenten sterke
uitspraken te doen? Journalisten hadden kritischere vragen moeten stellen bij de methode van het vleesonderzoek. Als ze daarnaast even op Google hadden gezocht, wisten ze dat Vonk oud- voorzitter is van Wakker Dier; over onafhankelijk onderzoek gesproken.”

Diederik Stapel verzon onderzoeksresultaten. Roos Vonk en collega vertrouwden blindelings op Stapel en verdedigden hem aanvankelijk in de media. Die media brachten het onderzoek argeloos in het nieuws. De Universiteit van Tilburg vreest de gevolgen van de affaire. Welke partij moet de meeste lering trekken uit deze zaak en wat moet die leren?
WE: “Ik ben bang dat het voor Stapel te laat is. Vonk is vreselijk naïef geweest, zowel door dit onderzoek
voor waar aan te nemen als door haar eigen positie te ondermijnen met haar mediaoptredens. Ik denk dat de wetenschap zelf het meeste lering kan trekken uit deze affaire. Individuele wetenschappers doen hun eigen onderzoek en publiceren dat terwijl niemand de ruwe data kent. Ik denk dat we binnen universiteiten meer moeten letten op wat we doen. Het halen van toppublicaties is zo belangrijk geworden voor de individuele loopbanen van wetenschappers dat de kans op fraude alleen maar toeneemt. De universiteiten willen dat al hun wetenschappers in de toptijdschriften publiceren, die druk is enorm. Dat kan wel eens ten koste gaan van het zorgvuldige karakter dat de wetenschap eigen is. Universiteiten, afdelingen en vakgroepen zullen meer checks moeten invoeren om zeker te weten dat die toppublicaties berusten op echt, academisch onderzoek
en niet op gefingeerde data.”
ID: “Wetenschappers moeten kritisch naar zichzelf kijken, zich afvragen
of zij verblind zijn door hun eigen belangen. Ook de media moeten het zich aantrekken. Deze zaak was nooit zo groot geworden als het persbericht niet was opgepikt. Ook de communicatieafdeling van de Universiteit van Nijmegen treft dus blaam. Iedereen wil scoren, op alle niveaus. Onderzoekers willen graag in de media komen zodat ze bijvoorbeeld subsidies krijgen voor toekomstig onderzoek. Ook de universiteit wil aanzien verkrijgen door het publiceren van een spraakmakend persbericht. Journalisten scoren graag met smeuïge nieuwtjes. We moeten van die scoringsdrift af. We moeten minder 'hyperig' zijn, minder belust op de waan van de dag. Dat komt het onderzoek en de journalistiek ten goede. Ik denk dat die scoringsdrift een algemene kwaal van de tijdsgeest is, waar we allemaal vanaf moeten. Ik hoop dat er echt iets gaat veranderen. Om me heen merk ik al dat sociaal-psychologen het zich erg aantrekken, die willen echt dingen veranderen. Het treft echter niet alleen hen. Die scoringsdrift hoort bij alle wetenschappen.”

© 2011 Leon van Wijk/'Medium' Magazine Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de auteur.